Veelgestelde vragen over het onderwijs in begrijpend lezen

Op deze pagina kun je antwoord vinden op vragen over begrijpend leesonderwijs. Het zijn vragen die ik tijdens het verzorgen van trajecten en het begeleiden van teams veel hoor langskomen en die je kunnen helpen als je zelf aan de slag bent met methodeoverstijgend werken. Staat het antwoord op jouw vraag er niet tussen, laat het me dan weten via het contactformulier. Ik geef zo snel mogelijk antwoord. Alvast bedankt!

Vragen
  • Waar vind ik rijke teksten?
  • Kunnen we de methode begrijpend lezen wegdoen?
  • Wat is de beste methode voor begrijpend lezen?
  • Moet ik wel of niet de strategieën aanleren?
  • Wat is het verschil tussen een lesdoel en een leesdoel?
  • Hoe weet ik of al mijn doelen wel haal?

Waar vind ik rijke teksten?

Rijke teksten zijn overal om je heen en ze staan in boeken, kranten, tijdschriften, kookboeken en folders. Er zijn steeds meer websites waar je boektitels of boekfragmenten kunt vinden. Ondanks dat hoor ik vaak dat het zoeken van rijke teksten als belastend en tijdrovend wordt ervaren. Tegelijkertijd vinden veel leerkrachten het lastig om de juiste keuze te maken. Hier speelt de kwestie goed-fout een rol. Ik geef hieronder een paar tips en tools om het zoeken naar rijke teksten beter te organiseren:
  1. Denk niet teveel in termen van goed-fout. Een tekst of boek dat je interesse wekt, dat uitdaagt, een logische verhaallijn heeft met duidelijke verbanden is vaak prima in je les te gebruiken. Heb vooral vertrouwen in jouw lesgeefkwaliteiten en de kennis over je groep. Je kunt met zo'n tekst meer dan je verwacht.
  2. Koppel het onderwerp van je tekst aan een thema of onderwerp waarmee je al in de klas werkt. Denk aan de zaakvakmethode, speciale projectweken of gewoon iets wat heel erg in je klas leeft. Met het thema of onderwerp in gedachten breng je focus aan in je zoekopdracht.
  3. Probeer samen te werken met collega's. Zoek samen of afwisselend naar teksten zodat je niet voor alle teksten verantwoordelijk bent maar ook kunt leunen op de zoekkwaliteiten van je collega. Spreek bijvoorbeeld af wie welk thema oppakt of plan het zoeken van teksten om de beurt.
  4. Verzamel alle digitale teksten in een mapje of print ze uit in een bundel. Zet ze in een boekenkast speciaal voor leerkrachten waar je alle boeken verzamelt die jullie binnen het leesonderwijs goed kunnen gebruiken. Zet daar ook fictie tussen die jullie zelf lezen. Dan kun je elkaar ook lekker enthousiast maken om te gaan lezen. 
  5. Werk langer met 1 tekst. Een goede rijke tekst nodigt uit tot een gevarieerd aanbod van vragen, leesdoelen en activiteiten. Zoek iedere keer een andere verdieping in de tekst of gebruik de opbouw van close reading. Zo hoef je niet elke week een nieuwe tekst te zoeken.
  6. Zorg dat je zelf goed op de hoogte bent van het boekenaanbod en hou je kennis bij. Dit doe je het best door zelf veel kinderboeken te lezen maar je kunt ook regelmatig websites bezoeken, instagramaccounts volgen of podcasts luisteren.
  7. Geef jezelf de tijd om te oefenen en experimenteren. Dat mag gerust ook een keer misgaan. Daar kun je tenslotte alleen maar van leren toch?
  8. Hierbij enkele onmisbare bronnen:

www.rijketeksten.org
www.frappantefragmenten.nl
www.leesbevorderingindeklas.nl
www.dekinderboekenjuf.nl
www.slimmeteksten.nl
www.degrotevriendelijkepodcast.nl

Al deze websites hebben ook een instragramaccount.




Kunnen we de methode begrijpend lezen weg doen?

Er wordt heel veel gezegd en geschreven over begrijpend lezen als vaardigheid en het feit dat wij daar in Nederland een apart 'vak' van hebben gemaakt. In de afgelopen decennia zijn we gewend geraakt aan het volgen van de methode met de daarbij behorende lesdoelen en werkvormen. Het inroosteren van begrijpend lezen als apart vak op het rooster is niet perse verkeerd wanneer je daarbij zorgt voor een goede transfer van het geleerde naar andere momenten waarop teksten worden gelezen. Daarnaast vloeit steeds meer de (al langer bekende) bewezen theorie naar de werkvloer dat begrijpend lezen en kennis onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en dat het zinvol is om langere tijd te werken aan 1 thema of onderwerp. Ook is het doelmatig werken aan leesstrategieën weinig effectief als dit niet wordt verbonden met de inhoud van de tekst. Daarmee valt of staat jouw les dus met kennis van zaken, voldoende didactische vaardigheden en de wijze waarop er doorheen het hele curriculum aan effectief leesonderwijs wordt gewerkt (waarbij dus oa. ook aandacht moet zijn voor leesplezier, voldoende leestijd en uitgebreid aanbod van mooie boeken met rijke teksten). Of je wel of niet de methode 'eruit' gooit heeft te maken met de keuzes die jij met je team gaat maken en hoe jullie dat laten aansluiten bij de schoolvisie en de daaruit voortvloeiende visie op taal en leesonderwijs. Wanneer de keuze valt op het vormgeven van leesonderwijs zonder methode dan zijn er heel veel aanpakken en werkwijzen beschikbaar om je onderwijs in samenhang met andere domeinen vorm te geven. Het blijft ten alle tijden belangrijk om in te zetten op het versterken van je eigen didactische vaardigheden ongeacht welke methode of aanpak je kiest. 

Wat is de beste methode voor begrijpend lezen?

Dè beste methode voor begrijpend lezen bestaat niet. Wel kun je uitzoeken wat de beste methode of methodiek voor jouw school is. Iedere methode kent zo zijn eigen sterke en minder sterke kenmerken. En het blijft dus altijd een kwestie van afstemming op de eigen context. En, niet te vergeten, de wijze waarop jij als leerkracht deze methode effectief en passend bij je leerlingen weet in te zetten. De leerkracht maakt het onderwijs in begrijpend lezen, niet de methode. Je kunt het onderwijs in begrijpend lezen op verschillende manieren aanvliegen. Lees daarvoor ook het antwoord op de vorige vraag. In het aanbod van uitgeverijen zijn er verschillende soorten methoden. Zo heb je methoden waarbij de verschillende leesonderdelen nog in aparte modules worden aangeboden, methoden die dat geïntegreerd aanpakken en methoden die ook andere vakgebieden verbinden. Verder zie je dat ook steeds meer zaakvakmethoden de verbinding zoeken met lezen door meer rijke teksten te verbinden. Daarnaast heb je nog de aanpakken en methodieken (Close Reading, Focus op begrip, Denk! etc). Kortom, zorg dat je helder hebt wat jullie visie op leesonderwijs is en breng je huidige context goed in kaart. Pas dan kun je bepalen wat de beste methode of aanpak zal zijn.Dit kan best een klus zijn. Heb je hier hulp bij nodig? Neem dan gerust contact met me op. 

Moet ik nu wel of niet de strategieën aanleren?

Lange tijd is in het onderwijs sterk ingezet op het aanleren en beheersen van strategieën. Hoewel vanuit theorie al lang bekend is dat het inzetten van deze strategieën niet het doel zou moeten zijn maar een middel om tot tekstbegrip te komen is er in het onderwijs toch een situatie ontstaan waarin strategieën uit den treure zijn ingeoefend en uitgelegd. Uit onderzoek blijkt dat dit weinig effectief is. Het is veel effectiever om te lezen met een op de tekstinhoud gericht leesdoel. Dat bevordert de actieve leeshouding en de nieuwgierigheid naar de inhoud van de tekst. Daarvoor gebruikt een goede lezer verschillende strategieën. Leerlingen die uit zichzelf niet tot goed leesbegrip komen hebben instructie nodig op de wijze waarop ze door middel van strategieën de tekst  leren te begrijpen. Daarbij is het wel noodzakelijk dat de leerling voldoende (taal)kennis heeft over het onderwerp van de tekst. Anders kunnen de strategieën niet effectief worden ingezet. Het moet voor de leerling altijd duidelijk zijn waarom een bepaalde strategie wordt gebruikt en waartoe het dient. Voor het tekstbegrip is het niet noodzakelijk dat de leerling de namen van de verschillende strategieën onthoudt. 

Wat is het verschil tussen een lesdoel en een leesdoel?

Zoals in het vorige antwoord beschreven is het hebben van een leesdoel enorm belangrijk voor het leesproces. Een leesdoel gaat over de inhoud van de tekst. De lezer wil iets leren uit de tekst, iets te weten komen, informatie verzamelen, een gerecht maken etc. Om dit soort leesdoelen te bereiken zet een goede lezer dus strategieën in. Op het moment dat je leerlingen instructie gaat geven op het gebruiken van strategieën spreek je van lesdoelen. Een lesdoel verbindt je altijd aan het leesdoel en dus de inhoud van de tekst. Het lesdoel oefen je niet droog. "Onderstreep alle verwijswoorden of moeilijke woorden",  is een techniekje dat niet bijdraagt aan leesbegrip. Het is pas effectief als je aan de hand van specifieke verwijswoorden uitleg geeft over de betekenis van de zin in het kader van het leesdoel. 

Hoe weet ik of ik aan de kerndoelen voldoe op het moment dat ik de methode loslaat?

Wil je de effectief leesonderwijs verzorgen afgestemd op de onderwijsleerbehoefte van de leerlingen dan zul je kennis moeten hebben van de leerlijnen. Je kunt daarvoor de Inhoudslijnen Nederlands gebruiken van het SLO.  Die geven een globale indeling en een totaaloverzicht van wat leerlingen moeten kennen en kunnen ten aanzien van alle taaldomeinen.  Het is (ook als je een methode gebruikt!) van belang dat je op de hoogte bent van deze leerlijnen. Zo kun je steeds in de gaten houden of jouw onderwijs nog voldoet aan de onderwijsleerbehoefte van jouw leerlingen en of jouw methodelessen daar nog wel bij aansluiten. Let er bij gebruik van uitgewerkte leerlijnen op dat de leerdoelen niet al te zeer zijn opgeknipt in kleine elementen. Taalontwikkeling is geen lineair proces (zoals bijvoorbeeld bij rekenen wel het geval is) en we moeten dan ook niet verwachten dat we dit lineair kunnen aanleren aan de hand van losse leerdoelen. (NB. Momenteel wordt gewerkt aan een herziening van de kerndoelen. Daarin zal meer dan voorheen samenhang tussen verschillende kerndoelen gezocht worden). 

Contactformulier

Staat je vraag er niet tussen?