Op deze pagina kun je antwoord vinden op vragen over begrijpend leesonderwijs. Het zijn vragen die ik tijdens het verzorgen van trajecten en het begeleiden van teams veel hoor langskomen en die je kunnen helpen als je zelf aan de slag bent met methodeoverstijgend werken. Staat het antwoord op jouw vraag er niet tussen, laat het me dan weten via het contactformulier. Ik geef zo snel mogelijk antwoord. Alvast bedankt!
Er wordt heel veel gezegd en geschreven over begrijpend lezen als vaardigheid en het feit dat wij daar in Nederland een apart 'vak' van hebben gemaakt. In de afgelopen decennia zijn we gewend geraakt aan het volgen van de methode met de daarbij behorende lesdoelen en werkvormen. Het inroosteren van begrijpend lezen als apart vak op het rooster is niet perse verkeerd wanneer je daarbij zorgt voor een goede transfer van het geleerde naar andere momenten waarop teksten worden gelezen. Daarnaast vloeit steeds meer de (al langer bekende) bewezen theorie naar de werkvloer dat begrijpend lezen en kennis onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en dat het zinvol is om langere tijd te werken aan 1 thema of onderwerp. Ook is het doelmatig werken aan leesstrategieën weinig effectief als dit niet wordt verbonden met de inhoud van de tekst. Daarmee valt of staat jouw les dus met kennis van zaken, voldoende didactische vaardigheden en de wijze waarop er doorheen het hele curriculum aan effectief leesonderwijs wordt gewerkt (waarbij dus oa. ook aandacht moet zijn voor leesplezier, voldoende leestijd en uitgebreid aanbod van mooie boeken met rijke teksten). Of je wel of niet de methode 'eruit' gooit heeft te maken met de keuzes die jij met je team gaat maken en hoe jullie dat laten aansluiten bij de schoolvisie en de daaruit voortvloeiende visie op taal en leesonderwijs. Wanneer de keuze valt op het vormgeven van leesonderwijs zonder methode dan zijn er heel veel aanpakken en werkwijzen beschikbaar om je onderwijs in samenhang met andere domeinen vorm te geven. Het blijft ten alle tijden belangrijk om in te zetten op het versterken van je eigen didactische vaardigheden ongeacht welke methode of aanpak je kiest.
Dè beste methode voor begrijpend lezen bestaat niet. Wel kun je uitzoeken wat de beste methode of methodiek voor jouw school is. Iedere methode kent zo zijn eigen sterke en minder sterke kenmerken. En het blijft dus altijd een kwestie van afstemming op de eigen context. En, niet te vergeten, de wijze waarop jij als leerkracht deze methode effectief en passend bij je leerlingen weet in te zetten. De leerkracht maakt het onderwijs in begrijpend lezen, niet de methode. Je kunt het onderwijs in begrijpend lezen op verschillende manieren aanvliegen. Lees daarvoor ook het antwoord op de vorige vraag. In het aanbod van uitgeverijen zijn er verschillende soorten methoden. Zo heb je methoden waarbij de verschillende leesonderdelen nog in aparte modules worden aangeboden, methoden die dat geïntegreerd aanpakken en methoden die ook andere vakgebieden verbinden. Verder zie je dat ook steeds meer zaakvakmethoden de verbinding zoeken met lezen door meer rijke teksten te verbinden. Daarnaast heb je nog de aanpakken en methodieken (Close Reading, Focus op begrip, Denk! etc). Kortom, zorg dat je helder hebt wat jullie visie op leesonderwijs is en breng je huidige context goed in kaart. Pas dan kun je bepalen wat de beste methode of aanpak zal zijn.Dit kan best een klus zijn. Heb je hier hulp bij nodig? Neem dan gerust contact met me op.
Lange tijd is in het onderwijs sterk ingezet op het aanleren en beheersen van strategieën. Hoewel vanuit theorie al lang bekend is dat het inzetten van deze strategieën niet het doel zou moeten zijn maar een middel om tot tekstbegrip te komen is er in het onderwijs toch een situatie ontstaan waarin strategieën uit den treure zijn ingeoefend en uitgelegd. Uit onderzoek blijkt dat dit weinig effectief is. Het is veel effectiever om te lezen met een op de tekstinhoud gericht leesdoel. Dat bevordert de actieve leeshouding en de nieuwgierigheid naar de inhoud van de tekst. Daarvoor gebruikt een goede lezer verschillende strategieën. Leerlingen die uit zichzelf niet tot goed leesbegrip komen hebben instructie nodig op de wijze waarop ze door middel van strategieën de tekst leren te begrijpen. Daarbij is het wel noodzakelijk dat de leerling voldoende (taal)kennis heeft over het onderwerp van de tekst. Anders kunnen de strategieën niet effectief worden ingezet. Het moet voor de leerling altijd duidelijk zijn waarom een bepaalde strategie wordt gebruikt en waartoe het dient. Voor het tekstbegrip is het niet noodzakelijk dat de leerling de namen van de verschillende strategieën onthoudt.
Zoals in het vorige antwoord beschreven is het hebben van een leesdoel enorm belangrijk voor het leesproces. Een leesdoel gaat over de inhoud van de tekst. De lezer wil iets leren uit de tekst, iets te weten komen, informatie verzamelen, een gerecht maken etc. Om dit soort leesdoelen te bereiken zet een goede lezer dus strategieën in. Op het moment dat je leerlingen instructie gaat geven op het gebruiken van strategieën spreek je van lesdoelen. Een lesdoel verbindt je altijd aan het leesdoel en dus de inhoud van de tekst. Het lesdoel oefen je niet droog. "Onderstreep alle verwijswoorden of moeilijke woorden", is een techniekje dat niet bijdraagt aan leesbegrip. Het is pas effectief als je aan de hand van specifieke verwijswoorden uitleg geeft over de betekenis van de zin in het kader van het leesdoel.
Wil je de effectief leesonderwijs verzorgen afgestemd op de onderwijsleerbehoefte van de leerlingen dan zul je kennis moeten hebben van de leerlijnen. Je kunt daarvoor de Inhoudslijnen Nederlands gebruiken van het SLO. Die geven een globale indeling en een totaaloverzicht van wat leerlingen moeten kennen en kunnen ten aanzien van alle taaldomeinen. Het is (ook als je een methode gebruikt!) van belang dat je op de hoogte bent van deze leerlijnen. Zo kun je steeds in de gaten houden of jouw onderwijs nog voldoet aan de onderwijsleerbehoefte van jouw leerlingen en of jouw methodelessen daar nog wel bij aansluiten. Let er bij gebruik van uitgewerkte leerlijnen op dat de leerdoelen niet al te zeer zijn opgeknipt in kleine elementen. Taalontwikkeling is geen lineair proces (zoals bijvoorbeeld bij rekenen wel het geval is) en we moeten dan ook niet verwachten dat we dit lineair kunnen aanleren aan de hand van losse leerdoelen. (NB. Momenteel wordt gewerkt aan een herziening van de kerndoelen. Daarin zal meer dan voorheen samenhang tussen verschillende kerndoelen gezocht worden).